Nulmetingen
Aardrijkskunde:
Hieronder de nulmeting die we gaan inzetten om de leerlingen kunnen indelen in verschillende groepen qua niveau. De leerlingen die erdoor zijn hebben een goed resultaat en maken dan de 'storymap'. De leerlingen die gebuisd zijn maken eerst de escaperoom. Hier krijgen de leerlingen extra oefeningen rond situeren en lokaliseren.
Welke van de volgende landen heeft waarschijnlijk de hoogste levensstandaard: België, Ethiopië of Laos? (2.4) (2 punten)
…………………………………………………………………………………………………..
2. Leg uit wat arbeidsmigratie is. Geef een voorbeeld van een land waar veel arbeidsmigranten vandaan komen. (2.11) (2 punten)
…………………………………………………………………………………………………..
…………………………………………………………………………………………………..
3. Noem drie internationale organisaties die zich inzetten voor het verbeteren van de levenskwaliteit en de vrede in de wereld. (2.15) (3 punten)
…………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………….....
4. Leg uit wat het verband is tussen de leefgewoonten van mensen en het klimaat waarin ze leven. Geef een voorbeeld. (1.12) (3 punten)
………………………………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………………………………..
5. Leg uit hoe de aarde om haar eigen as draait en wat het gevolg daarvan is voor het dag- en nachtritme in jouw omgeving. (1.13) (2 punten)
…………………………………………………………………………………………………..
…………………………………………………………………………………………………..
6. Leg uit hoe de aarde, de zon en de maan ten opzichte van elkaar bewegen. (1.13) (2 punten)
…………………………………………………………………………………………………..
…………………………………………………………………………………………………..
7. Geef twee voorbeelden uit jouw omgeving van hoe mensen op positieve wijze omgaan met het milieu. (1.24) (2 punten)
…………………………………………………………………………………………………..
…………………………………………………………………………………………………..
8. Geef twee voorbeelden uit jouw omgeving van hoe mensen op negatieve wijze omgaan met het milieu. (1.25) (2 punten)
…………………………………………………………………………………………………..
………………………………………………………………………………………………….
9. Waarom is het belangrijk om respect te hebben voor de natuur? (1.26) (2 punten)
……………………………………………………………………………………………………
……………………………………………………………………………………………..
10. Duid op onderstaande kaart volgende elementen aan. ( Nulmeridiaan, evenaar, noordelijk halfrond, zuidelijk halfrond, oostelijk halfrond, westelijk halfrond). Gebruik hiervoor verschillende kleuren.

11. Liggen onderstaande landen op het Noordelijk halfrond of op het Zuidelijke halfrond?
a) Soedan
...............................................................
b) Marokko
..............................................................
c) Nigeria
.............................................................
12. Vul onderstaande zinnen aan met de juiste windrichting. Hiervoor mag je je atlaskaart over België gebruiken.
a. Antwerpen ligt ten ............................................... van Brugge.
b. Mechelen ligt ten ................................................ van Antwerpen.
c. Leuven ligt ten ................................................ van Brussel.
d. Knokke-Heist ligt ten ............................................... van Brugge.
e. Maasmechelen ligt ten ....................................... van Hasselt.
13. Lees de krantenkop. Los onderstaande vragen op:
a. Welk verschijnsel kan je linken met het artikel?
b. Leg in eigen woorden uit wat dit verschijnsel betekent.

.........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
Uit de interviews hebben we gemerkt dat er heel erg veel leerlingen zijn die vele begrippen niet begrijpen. Om deze leerlingen een handje te helpen hebben we de moeilijke woorden in de opdracht onderlijnd en krijgen de leerlingen voor het afleggen van deze test de woordenlijst. Deze kunnen en mogen ze elk moment raadplegen.
Begrip
Betekenis
Levenstandaard
Dit geeft de omstandigheden weer waaronder iemand leeft. Hier kan er gekeken worden naar het inkomen dat mensen in een land verdienen.
Arbeidsmigratie
Mensen verhuizen naar een ander land (rijker land) om werk te zoeken.
Arbeidsmigranten
Dit zijn de mensen die verhuizen naar een ander land (rijker land)) om hier werk te zoeken.
Organisaties
Zijn mensen die samenwerken rond het verkrijgen van kennis en vaardigheden. Dit doen ze om producten te maken (voorbeeld).
Internationale organisaties
Dit is een organisatie die zich verspreid heeft over 3 landen.
BV. Het WWF kunnen we terugvinden in Nederland, Frankrijk en België.
Levenskwaliteit
Bij een goede levenskwaliteit heb je de mogelijkheden om die dingen te doen in het leven die je belangrijk vindt.
Leefgewoonten
Een patroon van ons leven. Hoe jij leeft.
Klimaat
Zijn verschillende weersomstandigheden (temperatuur, hoeveelheid wind en hoeveelheid neerslag) die je op een bepaalde plaats gedurende een bepaalde periode kan terugvinden.
As
De rechte.
Omgeving
Gebied in de buurt waar je je bevindt.
Ten opzichte van elkaar bewegen
De manier waarop bepaalde zaken van elkaar bewegen.
Milieu
Hiermee bedoelen we alle natuur. De omgeving waarin mensen, planten en dieren leven.
Verschijnsel
Iets dat zich voordoet of iets dat je kan waarnemen.
NEDERLANDS
Onze teamgenoten die zich met het vak Aardrijkskunde bezig hielden hebben een nulmeting ingebouwd die een optie gaf een bepaalde werkvorm te kiezen. Zo werd er vanuit hun subproject gedifferentieerd.
Onze subproject Nederlands neemt, voornamelijk wegens de aard van de werkvorm, een ander traject.
Omdat wij een spelvorm gebruiken zit er al een differentiatie ingebakken, zijnde de behaalde score iedere keer je het spel speelt. Normaliter zal iedere keer je het spel speelt, afhankelijk van een aantal factoren, de individuele score verhogen. Je speelt/oefent meer.
Het klinkt als een eenvoudige manier om van een nulmeting af te zien, maar dat is zeker niet de bedoeling.
Om toch een systeem in te bouwen waar leerlingen (en leerkrachten) een "voor en na" evaluatie kunnen bekomen, introduceren we een omgeving met een aantal google-forms. Op die manier kunnen alle partijen onmiddellijk beschikken over de juiste data. We delen de forms in naar de doelstellingen die gegeven zijn onder de leerplannen.